Vandaag precies 10 jaar geleden (29 juni 2007) werd de eerste iPhone van Apple daadwerkelijk beschikbaar voor de consument.
Tijdens de presentatie van de iPhone op 9 januari 2007 in San Francisco werd deze door Steve Jobs omschreven als een baanbrekend internetcommunicatie-apparaat, een breedbeeld iPod met aanraakscherm. Vanaf dat moment is de smartphone een ware game-changer en is deze inmiddels onmisbaar in ons dagelijks leven. Er zijn er wereldwijd meer dan een miljard van verkocht.
Inmiddels loopt het aantal verkochte iPhones wel terug, mede door concurrentie van Samsung met zijn Android-toestellen. In 2015 werden er 231 miljoen iPhones aan de man gebracht, vorig jaar 211,8 miljoen. Elk nieuw model wordt als een sensatie gepresenteerd. De zogeheten buzz – het rumoer – vooraf is daarbij belangrijk.
Voor vele een eerste levensbehoefte
De smartphone is een eerste levensbehoefte geworden, zegt professor Cor Molenaar, expert in e-marketing. Hij is auteur van het boek Why Customers Would Rather Have a Smartphone than a Car. Steve Jobs had door dat je consumenten niet moet vragen wat ze willen, maar dat je ze moet confronteren met het nieuwe product, zegt Molenaar.
Het succes van de iPhone is volgens hem vooral te danken aan de zogeheten snelle adoptie door de consument. In de wereld van marketing is die omarming heel belangrijk voor het succes van een product. Je moet dan wel steeds met nieuwe toepassingen komen en het apparaat moet mooi zijn waardoor de consument denkt: dat wil ik hebben. Het product moet onmisbaar worden, een eerste levensbehoefte, aldus Molenaar.
Volwassen geworden
Inmiddels is het gebruik van de smartphone volwassen geworden. Veel bedrijven zien de voordelen om bedrijfs-processen middels de smartphone te veranderen en/of te verbeteren. Ook is het internet of things een begrip geworden. Een begrip waar de smartphone ook een serieuze rol in speelt. De smartphone is hiermee binnen 10 jaar een onmisbare tool geworden in de samenleving.
